voltrekken
Nederlands
Woordafbreking
- vol·trek·ken
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘volvoeren’ voor het eerst aangetroffen in 1368 [1]
- samenstelling van vol en trekken
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
voltrekken |
voltrok |
voltrokken |
klasse 3 | volledig |
Werkwoord
voltrekken
- overgankelijk ten uitvoer brengen
- Het vonnis werd hedenmorgen voltrokken.
- wederkerend zich ~: gebeuren
- Er voltrok zich een ramp.
Vertalingen
1. ten uitvoer brengen
2. gebeuren
Gangbaarheid
- Het woord voltrekken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'voltrekken' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.