handjevol

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hand·je·vol
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord handjevol handjevollen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

handjevol o

  1. een klein beetje (zo dat het in één hand past)
    • Hij had nog maar een handjevol knikkers over, de rest had hij verloren. 
Vertalingen

Zelfstandig naamwoord

handjevol o

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord handvol

Gangbaarheid

  • Het woord handjevol staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.