gevaarvol
Nederlands
Woordafbreking
- ge·vaar·vol
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van gevaar en vol
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | gevaarvol | gevaarvoller | gevaarvolst |
verbogen | gevaarvolle | gevaarvollere | gevaarvolste |
partitief | gevaarvols | gevaarvollers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
gevaarvol
- met veel gevaar
- De pubers moesten allerlei gevaarvol sporten beoefenen voor de kick.
Gangbaarheid
- Het woord gevaarvol staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.