propvol

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • prop·vol
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘helemaal vol’ voor het eerst aangetroffen in 1617 [1]
  • samenstelling van  prop ww  en  vol  
stellend
onverbogen propvol
verbogen propvolle
partitief propvols

Bijvoeglijk naamwoord

propvol

  1. (intensief) heel erg vol, vaak in de zin van te vol
    • Hij heeft zich propvol gegeten, er kan niets meer bij. 

Gangbaarheid

  • Het woord propvol staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.