propvol
Nederlands
Woordafbreking
- prop·vol
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘helemaal vol’ voor het eerst aangetroffen in 1617 [1]
- samenstelling van prop ww en vol
stellend | |
---|---|
onverbogen | propvol |
verbogen | propvolle |
partitief | propvols |
Bijvoeglijk naamwoord
propvol
- (intensief) heel erg vol, vaak in de zin van te vol
- Hij heeft zich propvol gegeten, er kan niets meer bij.
Gangbaarheid
- Het woord propvol staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'propvol' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.