aarde

Niet te verwarren met: Aarde
[1] De aarde.

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  aarde    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈardə/
Woordafbreking
  • aar·de
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘grond’ voor het eerst aangetroffen in 901 [1]
  • [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord aarde -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

aarde v/m

  1. (astronomie) de wereld, de bewoonbare planeet van ons zonnestelsel
    • De aarde is de derde planeet van de zon. 
  1. de grond waarin de planten groeien
    • In de tuin lag een hoop aarde. 
  1. een goed geleidende verbinding tussen een elektrisch apparaat en de aarde
    • Het apparaat had een goede geleiding met de aarde. 
  1. een van de vier traditionele elementen
    • Aarde is naast vuur, water en lucht één van de vier traditionele elementen. 
Synoniemen
Antoniemen
Afgeleide begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
  • aardegoed, aardewasserij
Uitdrukkingen en gezegden
  • boven aarde staan
nog niet begraven
  • de dampkring van de aarde
aardatmosfeer
  • in goede aarde vallen
goed opgenomen worden
  • ter aarde bestellen
begraven
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van
aarden

aarde

  1. aanvoegende wijs van aarden
vervoeging van
aren

aarde

  1. enkelvoud verleden tijd van aren
    • Ik aarde. 
    • Jij aarde. 
    • Hij, zij, het aarde. 

Gangbaarheid

  • Het woord aarde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

  • Zie de doorverwijspagina op Wikipedia voor meer informatie.

Verwijzingen

Afrikaans

Uitspraak
  • IPA /ˈɑːrdə/   geluid 

Zelfstandig naamwoord

aarde

  1. (ook (astronomie)) aarde
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.