volhouden
Nederlands
Woordafbreking
- vol·hou·den
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘handhaven’ voor het eerst aangetroffen in 1458 [1]
- samenstelling van vol en houden
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
volhouden |
hield vol |
volgehouden |
klasse 7 | volledig |
Werkwoord
volhouden
- overgankelijk doorgaan met iets ondanks tegenslag, tegenspraak of vermoeidheid
- Hij hield vol dat hij er niets mee te maken had.
- Het element van verrassing werd volgehouden tot op het moment van de onthulling.
Gangbaarheid
- Het woord volhouden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'volhouden' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.