boordevol
Nederlands
Woordafbreking
- boor·de·vol
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘helemaal vol’ voor het eerst aangetroffen in 1599 [1]
- samenstelling van boord en vol met het invoegsel -e-
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | boordevol | boordevoller | boordevolst |
verbogen | boordevolle | boordevollere | boordevolste |
partitief | boordevols | - | - |
Bijvoeglijk naamwoord
boordevol
- het tot aan de rand (boord) toe gevuld zijn
- In de boordevolle trein was geen zitplaats meer vrij.
Gangbaarheid
- Het woord boordevol staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'boordevol' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.