yen
Nederlands
Woordafbreking
- yen
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Japans, in de betekenis van ‘munteenheid van Japan’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1886 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | yen | yens |
verkleinwoord | yennetje | yennetjes |
Zelfstandig naamwoord
yen m
- (numismatiek) de Japanse munteenheid
- Die Japanner wilde gisteren een paar yens inwisselen.
- (numismatiek) een Japanse aluminiummunt
Vertalingen
1. de Japanse munteenheid
Gangbaarheid
- Het woord yen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'yen' herkend door:
91 % | van de Nederlanders; |
87 % | van de Vlamingen. |
Engels
Uitspraak
- IPA: /jɛn/
Woordherkomst en -opbouw
- (Zelfstandig naamword [A]) afkomstig van het Mandarijnse woord yuan (dollar).
- (Zelfstandig naamwoord [B] en werkwoord) afkomstig van het Kantoneze woord yan (hunkering naar opium) of van een Pekingse streektaalwoord for 'rook'.
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | to yen |
he/she/it | yens |
verleden tijd | yenned |
voltooid deelwoord |
yenned |
onvoltooid deelwoord |
yenning |
gebiedende wijs | yen |
Frans
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.