hoopvol
Nederlands
Woordafbreking
- hoop·vol
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van hoop en vol
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | hoopvol | hoopvoller | hoopvolst |
verbogen | hoopvolle | hoopvollere | hoopvolste |
partitief | hoopvols | hoopvollers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
hoopvol
- veel hoop gevend
- Dat de koorts zakte bij het zieke kind was een hoopvol teken voor de heel bezorgde ouders.
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord hoopvol staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'hoopvol' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.