vollopen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vol·lo·pen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
vollopen
liep vol
volgelopen
klasse 7 volledig

Werkwoord

vollopen

  1. ergatief opgevuld raken met een vloeistof of een massa
    • Het bad was nog niet helemaal volgelopen. 

Gangbaarheid

  • Het woord vollopen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.