volmaken

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vol·ma·ken
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
volmaken
maakte vol
volgemaakt
zwak -t volledig
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
volmaken
volmaakte
volmaakt
zwak -t volledig

Werkwoord

volmaken [1]

  1. overgankelijk iets vullen
  2. overgankelijk het genoemde afmaken, voltooien, volbrengen
Verwante begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord volmaken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.