complete

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • com·ple·te

Bijvoeglijk naamwoord

complete

  1. verbogen vorm van de stellende trap van compleet


Engels

Uitspraak
vervoeging
onbepaalde wijs to complete
he/she/it completes
verleden tijd completed
voltooid
deelwoord
completed
onvoltooid
deelwoord
completing
gebiedende wijs complete

Werkwoord

complete

  1. afmaken
  2. voltooien


Spaans

Werkwoord

vervoeging van
completar

complete

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van completar
  1. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van completar
  1. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van completar
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.