volslank

1. slank met ronde vormen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  volslank    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈvɔlslɑŋk/
Woordafbreking
  • vol·slank
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘slank met enigszins geronde vormen’ voor het eerst aangetroffen in 1958 [1]
  • leenvertaling van Duits vollschlank[2][3]
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen volslankvolslankervolslankst
verbogen volslankevolslankerevolslankste
partitief volslanksvolslankers-

Bijvoeglijk naamwoord

volslank

  1. slank met ronde vormen
    • Eimers begint energiek, lichtvoetig, swingend met haar volslanke lijf. [4]
  1. (eufemisme) gezet, dik
    • Een vrolijke, volslanke, vrouwelijke collega, niet zonder zelfspot, voelde duidelijk enige weerstand om met haar volle gewicht op haar ballon te gaan zitten. [5]
Antoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord volslank staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.