Wichelen

Wichelen is een plaats en gemeente in de Denderstreek en het Scheldeland in de provincie Oost-Vlaanderen in België. De gemeente telt ruim 11.000 inwoners, die Wichelaars worden genoemd. Wichelen ligt aan de Schelde. In het eigen dialect wordt de plaatsnaam als "Wiecheln" uitgesproken.

Wichelen
Gemeente in België
Centrum met Sint-Gertrudiskerk
(Details) (Details)

Geografie
Gewest Vlaanderen
Provincie Oost-Vlaanderen
ArrondissementDendermonde
Oppervlakte
 Onbebouwd
 Woongebied
 Andere
22.87 km² (2017)
71,89%
15,28%
12,83%
Coördinaten51° 0' NB, 3° 59' OL
Bevolking (bron: AD Statistiek)
Inwoners
 Mannen
 Vrouwen
 Bevolkingsdichtheid
11.672 (01/01/2019)
49,19%
50,81%
510,46 inw./km²
Leeftijdsopbouw
0-17 jaar
18-64 jaar
65 jaar en ouder
(01/01/2019)
18,7%
61,76%
19,53%
Buitenlanders2,82% (01/01/2019)
Politiek en bestuur
BurgemeesterKenneth Taylor
(Samen)
BestuurSamen
Zetels
Samen
CD&V-PLUS
N-VA
sp.a
21
12
3
5
1
Economie
Gemiddeld inkomen20.032 euro/inw. (2016)
Werkloosheidsgraad4,49% (jan. 2019)
Overige informatie
Postcode
9260
9260
9260
Deelgemeente
Wichelen
Schellebelle
Serskamp
Zonenummer052 - 09
NIS-code42026
PolitiezoneWetteren-Laarne-Wichelen
HulpverleningszoneZuid-Oost
Websitewww.wichelen.be
Detailkaart
ligging binnen het arrondissement Dendermonde
in de provincie Oost-Vlaanderen
Portaal    België

Naam, oorsprong en geschiedenis[1]

Prehistorie en Gallo-Romeinse periode

Uit riviervondsten ter plaatse, bij vooral de monding van de Molenbeek, blijkt dat Wichelen van de Bronstijd[2][3] tot de Gallo-Romeinse periode[4][5] een belangrijke locatie was voor rituele deposities in de Schelde. Enkele honderden meters van deze monding bevinden zich restanten van de omwalling van de Motte Meirbos, vermoedelijk ooit een zogenaamde castrale motte.[6]

De naam Wichelen komt mogelijk van de term "wic" of "wich" wat een wijkplaats voor schepen betekent. Even aannemelijk, mede gezien de eerste schrijfwijzen, is echter de herleiding naar de persoonsnaam "Wigilo".

Het Heilige Roomse Rijk ten tijde van de oudste vermelding van Wichelen, met de Schelde als grens tussen Rijks- en Kroon-Vlaanderen

Middeleeuwen en Renaissance

Volgens Walter Deeters was Wichelen al sinds de Karolingische tijd het "centrum van een rijksbezitting aan de Schelde bij Gent"[7] (met over de Schelde een makkelijke vaarverbinding naar "Walacra": Walcheren en de Vier Ambachten). Het oudste document over Wichelen dateert van 14 april 972: In de door de Duitse keizer Otto II uitgevaardigde Huwelijksoorkonde van keizerin Theophanu vallen Walcheren, "uuigle" en de Abdij van Nijvel onder de bruidsschat voor de Byzantijnse prinses Theophanu.[8][9] In de Nederlanden zijn de onderdelen ("provintiae") van de - in uiterst nadrukkelijke bewoordingen vastgelegde - schenking aan haar: "uualacra, uuigle cum abbatia nivelle, quattuordecim milibus eo pertinentibus mansis" (waarbij "eo" verwijst naar 14000 boerderijen horend bij de drie geschonken plaatsen gezamenlijk[10]). Dit betreft gebieden bij de noordwestelijke grens van het toenmalige Duitse keizerrijk, het vroegere Midden-Francië (en waarbij Wichelen meteen in zijn nog eeuwen voortdurende samenhang met de Abdij van Nijvel - zie onder- wordt genoemd[11]). Met Walacra werd overigens een veel groter deel van de Scheldedelta bedoeld dan enkel het eiland Walcheren, het betreft met name ook de Vier Ambachten, terwijl de huidige Westerschelde nog gevormd moest worden.

Daarnaast krijgt Theophanu ook in Italië Istrië en het graafschap Pescara en tevens een aantal gebieden in het huidige Duitsland. Om administratieve redenen ging het om gebieden die zoveel mogelijk gegroepeerd waren en een pied-à-terre zouden vormen in elk deel van het rijk.[12] (Theophanu zou overigens degene zijn die niet alleen de vork maar ook Sint-Nicolaas in West-Europa geïntroduceerd heeft).

Door achtereenvolgens het Verdrag van Verdun (843), het Verdrag van Prüm (855) en het Verdrag van Ribemont (880) - waarbij de Schelde er telkens de grens bleef vormen - lag het grondgebied van Wichelen aan de rand van de Brabantgouw, meer bepaald Rijks-Vlaanderen, dat in 1062-1063 onder Boudewijn V van Vlaanderen werd verenigd met Kroon-Vlaanderen in het graafschap Vlaanderen. Otto II had inmiddels in 980 bij zijn onderhandelingen met Lotharius van Frankrijk en Lodewijk V van West-Francië te Margut-sur-Chiers[13] de grens ten noorden van Wichelen al verlegd door het gebied van de Sint-Baafsheerlijkheid tot Lokeren, samen met het Waasland, op te eisen.[14] De Abdij van Nijvel blijkt daarna nog eeuwenlang bijzondere privileges, maar ook wel plichten, binnen Wichelen te hebben gehad (zie onder).

In een oorkonde van Filips van de Elzas uit 1174 wordt "Rasonis de Wighelen" (Rasse van Wichelen) genoemd. Wichelen was een van de eenentwintig " 's Graven propre dorpen" van het Land van Aalst (deel van de Brabantgouw, voorheen markgraafschap Ename genoemd en waarvan Wichelen het meest noordelijke dorp vormde).[15] In de 13e en 14e eeuw is onder andere sprake van "Wigelines", "Wichele", "Wichline", "Wijcheline", "Wijgline" en "Winghelines". Tot 1614 bleef het onderdeel van het Graafschap Vlaanderen.

Uit 1342 is bekend dat ridder Simoen Ser Thomas heer van Herdershem en voogd van Wichelen en Cherscamp was. In de crypte van de Sint-Baafskathedraal in Gent bevindt zich het graf van Margareta van Gistel, vrouw van Daniël van Massemen en volgens het grafschrift "Vochdesse van Wichkne ende van Serskamp", overleden in 1431.[16]

Vanaf 1209 worden als opeenvolgende heren of voogden van Wichelen genoemd de families van Oudenaarde, van Vaarnewyck, van Herdersem, van Massemen, Uutenzwane en van Herzele; en vanaf ongeveer 1525 de familie Vilain, die hun naam later wijzigden in Vilain XIIII. Als laatste in verband met Wichelen wordt hiervan Lamoraal Vilain vermeld. Op 14 oktober 1614 werd de "Heerlijkheid van Wichelen en Cherskamp (Serskamp)" door Filips IV van Spanje als "engagère" (leenpand) afgestaan aan Jan Karel de Cordes (1577-1641), heer van Reet en Waarloos, die werd opgevolgd door zijn gelijknamige zoon; de heerlijkheid Wichelen, waar deze Antwerpse koopmansfamilie twee zomerkastelen had, bleef tot 15 juli 1758 in hun bezit: de erfenis van Anne-Thérèse de Cordes belandde via huwelijk en overerving bij de markies van Coupigny, van wie de bezittingen in 1789 openbaar werden verkocht.

Tijdens de Tachtigjarige Oorlog werd Wichelen in 1579 door een Schots leger vrijwel volledig verwoest en geplunderd, als weerwraak voor een afgeslagen poging een jaar eerder, waarbij de Schotse kapitein was gedood. In 1587 waren het de Fransen die Wichelen plunderden, en in 1645 de Lotharingers.

Door de expansiepolitiek van Lodewijk XIV was Wichelen ook tussen 1678 en 1694 veelvuldig het slachtoffer van plunderingen door de Fransen, rondom de Negenjarige Oorlog (1688-1697).

In 1706, tijdens de Spaanse Successieoorlog, vormde Wichelen enige tijd het hoofdkwartier van het Franse leger. De leiding daarvan berustte officieel bij Lodewijk, hertog van Bourgondië ("Le Petit Dauphin") - maar praktisch bij François de Neufville, 2e hertog van Villeroy, die in datzelfde jaar, na de voor Frankrijk desastreuze Slag bij Ramillies (23 mei 1706), zijn taak moest afstaan aan Lodewijk Jozef van Vendôme (tegenover hen stond het geallieerde leger, dat werd aangevoerd door John Churchill, de 1e hertog van Marlborough, die geen enkele veldslag verloor en voorvader was van Winston Churchill).

De veerboot van Wichelen in de wijk Paddenhoek wordt voor het eerst vermeld in 1253. Als belangrijke verbinding tussen enerzijds het Waasland en anderzijds het Land van Aalst werd een ander Wichels veer in 1881 vervangen door een draaibrug tussen Wichelen en Uitbergen (na het opblazen in 1940 een hefbrug, en vanaf 1963 een vaste brug stroomopwaarts). De verbinding tussen het Oud Dorp en dit laatste veer, via Dreefstraat en Diepestraat (zoals het noordelijk deel van huidige Brugstraat toen heette) was de eerste nog bestaande verharde weg in Wichelen.

Wichelen en de Abdij van Nijvel

Het verband met de Abdij van Nijvel is blijven bestaan vanaf in ieder geval 972 tot de Franse overheersing,[17] waardoor Otto II de 14.000 woningen van deze twee gebieden en Walcheren als bij elkaar horend opnam in de Huwelijksoorkonde van keizerin Theophanu: hierin worden Wichelen en de Abdij van Nijvel zodanig genoemd als behoorden zij voorheen mogelijk allebei toe aan Mathilde van Ringelheim,[18][19] keizerin met in Nijvel gelijkaardige rechten als Theophanu. Odo, bisschop (1106-1110) van Kamerijk, plaatste het altaar van Wichelen onder bevoegdheid van de Abdij van Nijvel, dit op verzoek van abdis (1073-1112) Richeta (Richenza II) en de dames en kanunniken van Nijvel.[20]

De verdeling tussen de abdij en de wereldlijke macht was in Wichelen zeer opmerkelijk, het als één geheel geschonken zijn aan Theophanu moet hiermee in verband staan[21] (zie ook hieronder: 'Trivia'). Al vóór het midden van de 13e eeuw was het kapittel van Nijvel in het bezit van een "hofjongerij" [22] of "corserie" te Wichelen (er wordt vermeld dat dit bestaat uit een neerhof en een opperhof, maar het is de vraag of het inderdaad om een mottekasteel ging). Gravin Margaretha II van Vlaanderen benoemde toen slechts twee van de zeven schepenen, terwijl de Nijvelse abdij er vier aanstelde (en deze zes de zevende, er werd m.a.w. gestreefd naar een strikte 2/3 verdeling ten gunste van het Nijvelse kapittel). Het document uit die tijd[23] zegt in dit verband ook: "...van oudsher...sinds onheuglijke tijden...zijn er te Wichelen oude gronden...waarover er belasting aan de kerk" (nl. de Abdij van Nijvel) "verplicht is en betaald moet worden op Sint-Denijs (9 oktober) en kippen geleverd moeten worden op Kerstdag...maar we kunnen niet achterhalen" -"scire non potuimus"- "hoeveel denarie en hoeveel kippen...". Rond 1500 staat in een stuk dat er "bynnen der prochyen van Wichelen" zeshonderd cijnsplichtigen zijn ten opzichte van "den Eerweerdighen Capittele van Nyvelles": Vanaf de middeleeuwen tot de Franse tijd in België behoorde het grootste deel van de Tiende van Wichelen aan het kapittel van Nijvel, waarbij in ieder geval tot medio 17e eeuw een derde van deze tienden aan de Wichelse pastoor toekwam. Ook de kandidaat voor deze functie werd tot 1641 door de abdij voorgedragen. En voor de koster gold dit zelfs tot het einde van het ancien régime.

In 1563 stelde Jan van Miggrode, leenman (wat betreft de hofjongerij) van de abdis van Nijvel, Jan des Marès aan als baljuw te Wichelen, daarbij verwijzend naar reeds zeer lang bestaande gewoonten ("alsoot gheaccostumeert es van auden tyden").

De Sint-Gertrudiskerk (Nijvel) had in Wichelen een groot pachtgoed, dat in 1461 verhuurd werd voor "45 pond groote" per jaar. In 1725 betaalde het kapittel van Nijvel de helft van het nieuwe torengewelf van de oude Sint-Gertrudiskerk op het Oud Dorp. In 1738 nam dezelfde instantie grotendeels het nieuwe hoofdaltaar van de kerk voor haar rekening. De tiendheffer was ook verantwoordelijk voor het onderhoud van het priesterkoor, wat in de 17e en 18e eeuw tot nogal wat onenigheid met pastoor en parochie leidde. En uiteraard is Gertrudis van Nijvel patroonheilige van de kerk.

Kerk

De Sint-Gertrudiskerk (gewijd aan Gertrudis van Nijvel) bevindt zich op de Margote. De oude kerk die dateert uit de 12e Eeuw bevond zich in het "Oud Dorp" nabij het tegenwoordige kerkhof. Maar in 1870 werd omwille van praktische redenen het centrum van de gemeente verplaatst van het oude dorp naar de wijk Margote met een toen aangelegde steenweg. Hierdoor werd de oude Romaanse kerk uit de 12e Eeuw vervangen door een nieuw heiligdom in de Margote. Sint-Gertrudis bleef als patroonheilige behouden. De nieuwe kerk en pastorie werden ontworpen door Edmund Serrure sr.

Men kan er nu nog de mooie schepen-en kerkmeestersbank bewonderen, een paar oude biechtstoelen, de preekstoel, de grafsteen van de familie de Cordes en vooral de fraaie doopvont (einde zestiende eeuw), alle afkomstig uit het oude kerkgebouw.

Kernen

De gemeente bestaat naast Wichelen zelf nog uit de deelgemeenten Schellebelle en Serskamp. Wichelen en Schellebelle liggen aan de Schelde; Serskamp ligt iets meer zuidwaarts. Vroeger behoorde ook Schoonaarde tot Wichelen, maar in 1873 werd het bij koninklijk besluit afgesplitst van Wichelen. Dit gebeurde vooral op aandringen van de inwoners van de wijk Eegenen, die opzagen tegen de verre verplaatsingen naar de hoofdkerk in Wichelen.

Demografische ontwikkeling

Alle historische gegevens hebben betrekking op de huidige gemeente, inclusief deelgemeenten, zoals ontstaan na de fusie van 1 januari 1977.

  • Bronnen:NIS, Opm:1806 tot en met 1981=volkstellingen; 1990 en later= inwonertal op 1 januari

Bezienswaardigheden

Verkeer

Er zijn drie treinstations op het grondgebied Wichelen: station Wichelen in het centrum op de lijn Dendermonde-Gent, station Serskamp op de lijn Brussel-Gent en station Schellebelle op zowel de lijn Dendermonde-Gent als Brussel-Gent.

Geografie

Het snijpunt van de 51e breedtegraad en 4 graden Oosterlengte bevindt zich in Wichelen. In het laagste gebied van de gemeente bevinden zich de Bergenmeersen. Bij de Meirbos [24] en de Heirwegh (die ten westen van het oude dorpscentrum ongeveer samenviel met de huidige straten Meerbos en Dreefstraat) bevond zich het Galgeveld.

Op de grens van Wichelen en Schellebelle mondt de Molenbeek uit in de Schelde.

De toponiemen Margote (huidige hoofdstraat in het centrum) en Meirbos of Meerbos verwijzen naar een ondiep meer dat zich ooit op de grens van Wichelen en Serskamp bevond.

Het dialect van het oorspronkelijke Wichelen verschilt vrij sterk van dat van Schellebelle en Serskamp doordat het veel Brabantse invloeden vertoont, het is een overgangsdialect.

Sport

In Wichelen spelen de voetbalclubs KVV Schelde Serskamp-Schellebelle en SK Wichelen. In Wichelen heeft men talloze petanquepleinen

Bestuur en Politiek

Huwelijksoorkonde Keizer Otto II en Theophanu, waarschijnlijk een pronkafschrift van het rechtsgeldige origineel, tevens de oudste geïllumineerde oorkonde

Baljuws

  • ?-1513-?: Jacob de Ruddere
  • 1563-?: Jan des Marès
  • ?-1570-?: Arend Janssens
  • ?-1661-?: Joost van der Bruggen
  • ?-1682-?: Lodewijk Verbruggen
  • ?-1707-?: Karel-Philip Limnander
  • ?-1711-?: Paul-Frans Verbruggen
  • ?-1720-?: Pieter van de Wiele
  • ?-1727-?: Paul-Frans Verbruggen
  • ?-1729-?: Jan Charles de Clercq
  • ?-1737-?: Paul-Frans Verbruggen
  • ?-1761-?: Michiel-Andries Gilquin
  • ?-1792-?: Adriaan-Frans Roggeman

Meiers

  • ?-1386-?: Jan Sceldacker
  • ?-1495-?: Frans van Bochaute
  • ?-1521-?: Pieter van Heddeghem
  • ?-1528-?: Hendrik de Bundele
  • ?-1565-?: Jan des Marès
  • ?-1571: Hendrik de Bundele
  • 1572-?: Joost de Bundele
  • ?-1585-?: Marien des Marès
  • ?-1589-?: Gillis Goeyvaers
  • ?-1652-?: Joost Verbruggen
  • ?-1671-?: Jan de Wolf
  • ?-1682-?: Lodewijk Verbruggen
  • ?-1707-?: Philip Limnander
  • ?-1711-?: Paul-Frans Verbruggen
  • ?-1720-?: Pieter van de Wiele
  • ?-1727-?: Paul-Frans Verbruggen
  • ?-1761-?: Michiel-Andries Gilquin
  • ?-1792-?: Adriaan-Frans Roggeman

Burgemeesters

[1], [25]

                                                              ...uuiggle cum abbatia nivelle...

Vorige

  • ?-1649-?: G. Baillin
  • ?-1652-?: Pieter Petit
  • ?-1671-?: Jan de Haeck
  • ?-1675-?: Willem de Bruycker
  • ?-1678-?: Jacobus Sciettecatte
  • ?-1683-?: Pieter de Winter
  • ?-1692-?: Adriaan de Bruycker
  • ?-1699-?: Karel de Lathauwer
  • ?-1707-?: Joost Haeck
  • 1708-?: Karel de Lathauwer
  • ?-1711-?: Joost van de Keere
  • ?-1715-?: Reinier de Visschere
  • ?-1720-?-1722-?: Adriaan de Bruycker
  • ?-1727: Adriaan Rottiers
  • 1728-?: Jacob Luyckx
  • ?-1731-?: Pieter Verbrugghen
  • ?-1737-?: Jacob Luyckx
  • ?-1740: Pieter Verbrugghen
  • 1741: Jacques Luyckx
  • 1742-1744: Joos van Caeckenberghe
  • ?-1746-?: Jan Baptist Haeck
  • ?-1750-1753-?: Joos de Winne
  • ?-1758-?: Christiaan Verbeke
  • ?-1761-?: Adriaan van Wesemael
  • ?-1763-1770-?: Judocus Franciscus Haeck
  • ?-1779-1783: Jan Baeyens
  • 1784-1786-?: Jacobus de Bruycker
  • ?-1794-?: Jan Verbeken
  • ?-Jaar 8 van de Franse Republikeinse Kalender-?: Jacob Terlinden
  • ?-Jaar 13 van de Franse Republikeinse Kalender: Constant de Geest
  • Jaar 13 van de Franse Republikeinse Kalender-?: Pieter-Lieven de Keijzer
  • ?-1816-?: Serafien de Schaepmeester
  • 1825-1848: Jozef J. Beeckman
  • 1848-1858: Leonardus Pepinus d'Hooghe
  • 1858-1862: Ivo Fidelius de Pauw
  • 1862-1867: Frans Judocus van Brabander
  • 1867-1873: Frans Jan Lalemant
  • 1873-1874: Frans Verbeke
  • 1874-1888: Jan Baptist d'Hooghe Coppens
  • 1888-1905: Constantijn Baeyens
  • 1905-1921: Leon Savoir
  • 1921-1936: August Moens
  • 1936-1937: Gustaaf Derde
  • 1937-1947: Philemon De Bruycker
  • 1947-1953: Albert Oosterlinck
  • 1953-1957: Philemon De Bruycker
  • 1957-1959: Karel Derde
  • 1959-1972: Herman Moens
  • 1972-1976: Frans Derde
  • 1977-1982: Romain Galmart
  • 1982-2004: John Taylor
  • 2004-2010: Werner Van Der Eecken
  • 2010-heden: Kenneth Taylor

2013-Heden

Burgemeester is Kenneth Taylor van SAMEN. De partij heeft de meerderheid met 12 op 21 zetels. Taylor en SAMEN zetten het bestuur verder in 2019-2024 met 13 zetels.

Resultaten gemeenteraadsverkiezingen sinds 1976

Partij10-10-1976[26]10-10-19829-10-19889-10-19948-10-20008-10-2006[27]14-10-2012[28]14-10-2018
Stemmen / Zetels%21%21%21%21%21%21%21%21
CVP1/CD&V Plus2/CD&V335,171839,8111050,5711255,4411557,25114-16,282310,9132
CD&V+N-VA-----33,328--
N-VA------21,49514,573
VU-14,8538,511-----
PVV1/VLD219,361415,911321,291420,522421,2424---
SP1/sp.a225,531524,11519,631413,0812-10,3217,1421-
AGALEV---5,980----
Vlaams Blok1/Vlaams Belang2---4,99107,641112,42225,67208,4121
GEMBEL19,9345,330------
VISIE----13,872---
SAMEN-----38,431045,91254,2613
WLD Apart-----5,530--
Respect------3,530-
anders-------11,862
Totaal stemmen73377865809481938445858886818399
Opkomst %96,9796,1696,0496,8294,7595,0
Blanco en ongeldig %1,732,913,262,843,033,413,633,8

De zetels van de gevormde coalitie staan vetjes afgedrukt. De grootste partij is in kleur.

Bekende inwoners

Trivia

  • Een spotnaam voor de Wichelaars is "Wichelse Schooiers".
  • Schooiersbier is een bier dat voor het eerst gebrouwen werd naar aanleiding van het 825-jarig bestaan van de gemeente Wichelen (daarbij uitgaande van 1174 als oudste jaartal).
  • Van ver vóór de 13e eeuw tot in de 18e eeuw had de vertegenwoordiger van de Abdij van Nijvel elk jaar de plicht om op de muur van de kerk/het klooster als kerstgeschenk een uiterst verzorgd speenvarken klaar te leggen "panem in ore habens" ("met in zijn muil een broodje" - wat in een denombrement van 1457 zelfs specifiek als een "Aelsterschen voskene" wordt geëist). Na zorgvuldige keuring door de schepenen werd het varken door de meier in naam van de voogd (in 1457 Geert van Massemen, die overigens inmiddels ook alle zeven schepenen zelf mocht aanstellen) in ontvangst genomen. Bij afkeuring diende de abdij voor een mooier varkentje te zorgen[30](later: een boete te betalen).
  • In juli 2018 leed de gemeente onder een ernstige knijtenplaag ten gevolge van droogte, waardoor het gemeentelijk rampenplan werd afgekondigd.[31]

Zie ook

Zie de categorie Wichelen van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.