Midden-Francië
Het Middenrijk, Midden-Francië of Koninkrijk Lotharingen (Latijn: Francia Media of regnum quondam Hlotharii[1]) was het deel van het Karolingische rijk dat aan Lotharius I († 855) viel na de dood van zijn vader Lodewijk de Vrome († 840). De rijksdeling kwam tot stand bij het Verdrag van Verdun (843). Lotharius werd toen tevens keizer over het gehele Karolingische rijk.
Francia Media regnum quondam Hlotharii[1] | |||||
Frankisch deelrijk | |||||
| |||||
Kaart | |||||
Midden-Francië in 843 | |||||
Algemene gegevens | |||||
Talen | Frankisch, Oudnederlands, Oudfrans, Occitaans, Arpitaans, Oudhoogduits, Oudsaksisch en Oudfries | ||||
Religie(s) | Christendom en Germaans heidendom | ||||
Regering | |||||
Regeringsvorm | Monarchie | ||||
Dynastie | Karolingisch Huis (Lothaarse lijn) | ||||
Staatshoofd | Koning |
Territorium
Midden-Francië omvatte ruwweg de volgende (huidige) gebieden:
- Nederland; naargelang de interpretatie met of zonder Oost-Friesland en zonder Zeeuws-Vlaanderen dat toen onder graafschap Vlaanderen viel[2]
- De Nederrijn, en het verdere Duitse Rijnland ten westen van de Rijn, inbegrepen steden zoals Keulen, Koblenz en Mainz.
- België ten oosten van de Schelde, dus zonder het graafschap Vlaanderen dat onder West-Francië viel
- Luxemburg.
- De Franse regio's Lotharingen, Elzas, Bourgogne-Franche-Comté, Rhône-Alpes (Dauphiné, Savoye) en Provence.
- Zwitserland ten westen van de Rijn, dus zonder het kanton Graubünden.
- Noord-Italië: Piëmont, Valle d'Aosta, Lombardije, Trentino-Zuid-Tirol, Veneto, Friuli-Venezia Giulia, Toscane en Abruzzen (Hertogdom Spoleto).
Deling van Prüm 855
Bij het overlijden van Lotharius in 855 werd met het Verdrag van Prüm Midden-Francië naar het Salische gewoonterecht verdeeld onder diens zonen.
- Een deel van het gebied kwam onder de naam 'koninkrijk Lotharingen' (de Nederlanden, Frans-Lotharingen en de Elzas) aan Lotharius II toe.
- Een groot deel van Bourgondië, Arles en de Provence kwam als koninkrijk Bourgondië aan Karel de Jonge.
- Noord-Italië ging samen met de keizerstitel naar de oudste zoon, Lodewijk II, als koninkrijk Italië.
Deling van Meerssen 870
Karel de Jonge overleed in 863 zonder nazaten, waarna zijn gebied werd verdeeld tussen zijn broers Lotharius II en Lodewijk II. Na de dood van Lotharius II in 869 werden diens bezittingen bij het verdrag van Meerssen (870) verdeeld tussen zijn ooms, Lodewijk de Duitser van Oost-Francië en Karel de Kale van West-Francië. Noord-Italië bleef als enige deelrijk van Midden-Francië nog over.
Einde
Lodewijk II van Italië (het enige resterende deel van het middenrijk) overleed in 875 zonder wettige nazaten. Zijn bezittingen gingen naar Karloman van Oost-Francië, de zoon van Lodewijk de Duitser. Dit vormde de basis voor het latere Heilige Roomse Rijk. Door het Verdrag van Ribemont (880) kwam vervolgens heel Lotharingen bij Oost-Francië, en wel als het Hertogdom Lotharingen. Lotharingen zou voor de volgende eeuwen deel blijven van het Heilige Roomse Rijk (tot het met het verdrag van Nuremberg in 1542 een onafhankelijk hertogdom werd onder Anton van Lotharingen, dat noch bij het Heilige Roomse Rijk, noch bij Frankrijk hoorde.
Het Koninkrijk Italië was een tussenniveau tussen de Oost-Frankische keizer en de lokale heersers. In 962 werd het koninkrijk Italië opgenomen als een deel van het Heilige Roomse Rijk, de opvolger van het Oost-Frankische Rijk.
In het machtsvacuüm van het voormalige Middenrijk ontstonden echter nog enkele koninkrijken die wel onafhankelijk zouden worden van de grote machten in het oosten en westen. Het koninkrijk Provence werd in 879 gesticht door Boso van Provence. Karel de Dikke wist tussen 884 en 887 het Karolingische Rijk nog éénmaal te verenigen (met uitzondering van het koninkrijk Provence), maar na zijn dood viel het rijk terug uiteen. De adel en clerus van Opper-Bourgondië verzamelden in de abdij van Sint-Mauritius en kozen de Transjuraanse markgraaf Rudolf I uit de familie der Welfen tot koning van Opper-Bourgondië. In 927 ging het koninkrijk Provence (of Neder-Bourgondië) op het in het koninkrijk der Twee Bourgondiën. Dit zwakke (maar onafhankelijke) koninkrijk zou uiteindelijk in 1033 deel worden van Oost-Francië (toen al vervormd tot het Heilige Roomse Rijk).
Laatste poging tot Middenrijk in de vijftiende eeuw
In de vijftiende eeuw zouden de hertogen van het (Franse) hertogdom Bourgondië erin slagen om (als leenmannen) verschillende gebieden in zowel West-Francië als Oost-Francië te bezitten. Aanvankelijk bevonden de bezittingen zich voornamelijk in Frankrijk, maar naar verloop van tijd kwam het zwaartepunt van het Bourgondische Rijk in opbouw te liggen in gebieden die tot het Heilige Roomse Rijk behoorden. De Bourgondische hertogen gedroegen zich heel onafhankelijk van de Franse en Duitse leenheren.
In Frankrijk ging het onder meer om volgende gebieden: hertogdom Bourgondië, graafschap Vlaanderen, graafschap Artesië, graafschap Nevers. In het Heilige Roomse Rijk ging het om het onder meer om graafschap Bourgondië, hertogdom Brabant, graafschap Holland, hertogdom Luxemburg. In 1473 zou Karel de Stoute tot koning van Lotharingen gekroond worden door de Duitse keizer, maar dit ging op het laatste moment niet door. Hierdoor zou er opnieuw een koninkrijk Lotharingen ontstaan zijn, weliswaar als onderdeel van het Duitse keizerrijk.
Zie ook
Bronnen
|