-en

Nederlands

Huidig
bestand
832
Uitspraak
  • IPA: /ən/
Woordafbreking
  • -en
Woordherkomst en -opbouw
  1. van Middelnederlands -en [1]

Achtervoegsel

-en [2] [3]

  1. regelmatige uitgang van werkwoorden in de infinitief en het meervoud, vormt werkwoorden uit andere woordsoorten
    fiets—fietsen: zij fietsen naar de markt
  2. vormt meervouden van veel Nederlandse zelfstandig naamwoorden
    boek—boeken: er zijn drie boeken
  3. uitgang bij sommige voltooid deelwoorden in plaats van de -d- of -t-uitgang
    lopen—gelopen (niet *geloopt): zij hebben gelopen
  4. vormt bijvoeglijk naamwoorden uit stofnamen
    hout—houten: de houten tafel
  5. vormt bijwoorden uit sommige (bijwoordelijke vormen van) voorzetsels; ook samen be-

Verwijzingen


Oudhoogduits

Huidig
bestand
9

Achtervoegsel

-en

  1. -en
Afgeleide begrippen
Overerving en ontlening


Middelnederlands

Huidig
bestand
3

Achtervoegsel

-en

  1. -en (1)
Overerving en ontlening
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.