vlas
Nederlands
Woordafbreking
- vlas
Zelfstandig naamwoord
vlas o
- (plantkunde) Linum usitatissimum
gewas dat verbouwd wordt voor de productie van linnen en lijnzaadolie
Verwante begrippen
- lijnzaad, vezelvlas
Hyponiemen
- dwergvlas, steenvlas, vezelvlas, weidebergvlas
Afgeleide begrippen
|
Werkwoord
vervoeging van |
---|
vlassen |
vlas
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vlassen
- Ik vlas.
- gebiedende wijs van vlassen
- Vlas!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vlassen
- Vlas je?
Gangbaarheid
- Het woord vlas staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'vlas' herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.