lade
![](../I/m/Side_table_drawer.jpg)
Lade
Nederlands
Woordafbreking
- la·de
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘schuifbak’ voor het eerst aangetroffen in 1627 [1]
- Verwant met het Oudsaksische hladha en Oudnoordse hladhi.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | lade | lades laden |
verkleinwoord | laatje[2] | laatjes |
Zelfstandig naamwoord
lade v/m
- een platte uitschuifbare bak in een meubelstuk, bedoeld als bergplaats van losse voorwerpen
- Het legde het afgedroogde bestek in de ene lade en de onderzetters in de andere.
Hyponiemen
- aslade, bureaulade, geldlade, geweerlade, kaarselade, kaarsenlade, pijpenlade, tafellade, windlade
Afgeleide begrippen
- ladekast, ladelichter
Vertalingen
1. uitschuifbare bergplaats
Gangbaarheid
- Het woord lade staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'lade' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- "lade" in: Sijs, N. van der Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen. 2e druk (2002) Veen, Amsterdam / Antwerpen; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- Goed beschouwd is dit het verkleinwoord van de verkorte vorm la. Zie discussie uit 1873
Noors
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
- IPA: / ˈlɑːdə /
Woordafbreking
- la·de
Woordherkomst en -opbouw
- Werkwoord: Afkomstig van het Oudnoorse werkwoord hlaða
- Zelfstandig naamwoord: Afkomstig van de Oudnoorse zelfstandige naamwoorden hlaða en hlaði.
Naar frequentie | 1698 |
---|
vervoeging | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs | lade | lade |
tegenwoordige tijd | lader | lader |
verleden tijd | ladet lada |
ladde |
voltooid deelwoord |
ladet lada |
ladd |
onvoltooid deelwoord |
ladende | ladende |
lijdende vorm | lades | lades |
gebiedende wijs | lad | lad |
vervoegingsklasse | Klasse 1 zwak | Klasse 3 zwak |
opmerking | optioneel |
Werkwoord
lade
- overgankelijk laden
- overgankelijk opladen
- overgankelijk, (verouderd) bevrachten, inladen
Afgeleide begrippen
- lade opp
- lade ut
Typische woordcombinaties
- [1]: lade et skytevåpen
een vuurwapen laden
- [2]: lade et batteri
een batterij opladen
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | lade | laden | lader | ladene |
genitief | lades | ladens | laders | ladenes |
Zelfstandig naamwoord
lade o
o | enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | lade | ladet | lader | lada ladene |
genitief | lades | ladets | laders | ladas ladenes |
Nynorsk
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
- IPA: / ˈlɑːdə /
Woordafbreking
- la·de
Woordherkomst en -opbouw
- Werkwoord: Afkomstig van het Oudnoorse werkwoord hlaða
- Zelfstandig naamwoord: Afkomstig van de Oudnoorse zelfstandige naamwoorden hlaða en hlaði.
vervoeging | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs | la | lade lada |
tegenwoordige tijd | lader | lader |
verleden tijd | ladde | ladde |
voltooid deelwoord |
ladd ladt |
ladd ladt |
onvoltooid deelwoord |
ladande | ladande |
lijdende vorm | ladast | ladast |
gebiedende wijs | lad | lad |
vervoegingsklasse | Klasse 3 zwak | Klasse 3 zwak |
opmerking | optioneel | optioneel |
Werkwoord
lade
- overgankelijk laden
- overgankelijk opladen
- overgankelijk bevrachten, inladen
- overgankelijk opstapelen, stapelen
- overgankelijk (oogst) binnenhalen
Afgeleide begrippen
- lade opp
- lade ut
Typische woordcombinaties
- [1]: lade kanonar
kanonnen laden
- [1]: børsa er ladd
de pistool is geladen
- [2]: lade eit batteri / lade opp eit batteri
een batterij opladen
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | lade | laden | ladar | ladane |
Synoniemen
- løe
- låve
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.