ben
Nederlands
![](../I/m/M0354_2-169-59_1.jpg)
hoge gevlochten mand, vaak gebruikt voor het bewaren van vis of vruchten
Woordafbreking
- ben
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘tenen mand’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1430 [1]
- v/m: van Middelnederlands benne[2]
- m: van Hebreeuws בֵּן (been)[3]
- [werkwoord]: van Middelnederlands bem[4][5]
v/m mand | enkelvoud | meervoud |
---|---|---|
naamwoord | ben | bennen |
verkleinwoord | bennetje | bennetjes |
Zelfstandig naamwoord
ben v/m
- hoge gevlochten mand, vaak gebruikt voor het bewaren van vis of vruchten
m zoon | enkelvoud | meervoud |
---|---|---|
naamwoord | ben | baniem |
verkleinwoord |
Gangbaarheid
- Het woord ben staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'ben' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- "ben" in: Sijs, N. van der Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen. 2e druk (2002) Veen, Amsterdam / Antwerpen; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ben op website: Etymologiebank.nl
- Stichting Hebreeuwse en Jiddisje woorden in het Nederlands
- ben op website: Etymologiebank.nl
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
Angelsaksisch
Uitspraak
- IPA: /beːn/
Woordherkomst en -opbouw
- Afkomstig van het Proto-Germanische *bōniz.
Deens
Uitspraak
- IPA: /b̥eːˀn/
Woordherkomst en -opbouw
- Afkomstig van het Oudnoorse bein.
Zelfstandig naamwoord
ben o
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | ben | benet | ben | benene |
genitief | bens | benets | bens | benenes |
Frans
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
- IPA: /bɑ̃/
Woordherkomst en -opbouw
- (verkorting) van bénard
Zelfstandig naamwoord
ben m
- «J’ai craqué un ben en l’essayant dans le magasin.»
- Ik heb een broek gescheurd toen ik hem paste in de winkel. [1]
- «J’ai craqué un ben en l’essayant dans le magasin.»
Manx
Uitspraak
- IPA: /beᵈn/
Woordherkomst en -opbouw
- Afkomstig van het Proto-Keltische *benā.
Oudiers
Zweeds
Woordafbreking
- ben
Verbuiging
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | ben | benet | ben | benen |
genitief | bens | benets | bens | benens |
Afgeleide begrippen
- högerben, skenben, vänsterben
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.