hel
![](../I/m/Garten_der_L%C3%BCste_H%C3%B6lle.jpg)
Nederlands
Woordafbreking
- hel
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘onderwereld’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 901 [1] [2] [3]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hel | hellen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
hel v/m [4]
- (religie) (christendom, islam) toestand van straf en afwezigheid van God waar de zielen van verstokt zondige, verdoemde mensen zich na de dood in bevinden
- "In doodzonde sterven zonder er berouw over gehad te hebben en zonder Gods barmhartige liefde te aanvaarden betekent uit eigen vrije keuze voor altijd van Hem gescheiden blijven. En het is deze staat van het zichzelf definitief uitsluiten van de gemeenschap met God en de gelukzaligen die men aanduidt met het woord “hel”."[5]
- (figuurlijk) verschrikkelijke plek of toestand
- Het leven in onzekerheid of ik wel zou genezen was een hel.
- Als de verwarming het niet doet is de winter in Noord-Finland een hel.
Antoniemen
- [1] hemel
Afgeleide begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
zorgen dat iets met heel veel moeite en op het laatste moment toch lukt terwijl het daarvoor dreigde te mislukken
- De weg naar de hel is geplaveid met goede voornemens
veel goede voornemens hebben zonder ze daadwerkelijk uit te voeren
Vertalingen
1. een plek waar de ziel van daartoe veroordeelde overledenen naar toe gaan
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | hel | heller | helst |
verbogen | helle | hellere | helste |
partitief | hels | hellers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
Verwante begrippen
Werkwoord
vervoeging van |
---|
hellen |
hel
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van hellen
- Ik hel.
- gebiedende wijs van hellen
- Hel!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van hellen
- Hel je?
Gangbaarheid
- Het woord hel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'hel' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- "hel" in: Sijs, N. van der Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen. 2e druk (2002) Veen, Amsterdam / Antwerpen; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- hel op website: Etymologiebank.nl
- hel op website: Etymologiebank.nl
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- Catechismus van de Katholieke Kerk, punt 1033
- hel op website: Etymologiebank.nl
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
Noors
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
- IPA: / heːl /
Woordafbreking
- hel
Woordherkomst en -opbouw
- Afkomstig van het Oudnoorse woord heill
Naar frequentie | 1130 |
---|
stellend | vergrotend | overtreffend | ||
---|---|---|---|---|
onbepaald (sterk) |
m/v enkelvoud | hel | helere | helest |
o enkelvoud | helt | |||
meervoud | hele | |||
bepaald (zwak) |
enkelvoud en meervoud |
hele | helere | heleste |
Bijvoeglijk naamwoord
hel
- «Etter eksplosjonen var det ikke en hel rute i huset.»
- Na de explosie was er geen hele ruit meer in het huis.
- «Etter eksplosjonen var det ikke en hel rute i huset.»
- puur, ongemengd, heel
- «Mange av dem har forpliktet seg til å ha fårikål på menyen hele oktober.»
- Velen van hen hebben zich ertoe verbonden om de hele maand oktober schapenvleesstoofpotje op het menu te hebben.
- «Mange av dem har forpliktet seg til å ha fårikål på menyen hele oktober.»
- compleet, volledig, heel
- «Jeg har ikke røkt på tre hele dager.»
- Ik heb drie hele dagen niet gerookt.
- «Jeg har ikke røkt på tre hele dager.»
Werkwoord
hel
- gebiedende wijs van hele
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | hel | - | - | - |
Nynorsk
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
- IPA: / heːl /
Woordafbreking
- hel
Pools
Periodiek systeem der elementen (pol) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
|
Woordafbreking
- hel
Verbuiging
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
nominatief | hel | - |
genitief | helu | - |
datief | helowi | - |
accusatief | hel | - |
instrumentalis | helem | - |
locatief | helu | - |
vocatief | helu | - |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.