has

Engels

Uitspraak

Werkwoord

has

  1. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van (to) have


Hongaars

Zelfstandig naamwoord

has

  1. (anatomie) buik


Noors

Woordafbreking
  • has
Naar frequentie 12733

Werkwoord

has

  1. lijdende vorm van ha


Nynorsk

Woordafbreking
  • has

Werkwoord

has

  1. lijdende vorm met -st van hasa
Schrijfwijzen

Werkwoord

has

  1. lijdende vorm met -st van hase
Schrijfwijzen


Pools

Zelfstandig naamwoord

has m

  1. hassium


Spaans

Werkwoord

vervoeging van
haber

has

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van haber


Tsjechisch

Uitspraak
  • IPA: /ɦas/
Woordafbreking
  • has

Werkwoord

has

  1. informeel tweede persoon enkelvoud gebiedende wijs van het imperfectieve werkwoord hasit


Zweeds

Woordafbreking
  • has

Werkwoord

has

  1. tegenwoordige tijd passief van ha
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.