hela

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • he·la
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘tussenwerpsel: uitroep om aandacht te trekken’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1800 [1]

Tussenwerpsel

hela

  1. een uitroep om aandacht te trekken van iemand

Gangbaarheid

  • Het woord hela staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
67 %van de Nederlanders;
64 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

Angelsaksisch

Uitspraak
  • IPA: /ˈheːlɑ/

Zelfstandig naamwoord

hēla m

  1. hiel
Overerving en ontlening

Noors

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / ˈhəlɑ /
Woordafbreking
  • he·la
Naar frequentie 27547
Werkwoord 1 en 2 (zie hele):

Werkwoord

hela

  1. verleden tijd van hele
  2. voltooid deelwoord van hele
Schrijfwijzen
'Werkwoord 3  (zie hele)':

Werkwoord

hela

  1. verleden tijd van hele
  2. voltooid deelwoord van hele
Schrijfwijzen

Zelfstandig naamwoord

hela, v

  1. bepaalde vorm nominatief enkelvoud van hele
Schrijfwijzen

Nynorsk

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / ˈhəlɑ /
Woordafbreking
  • he·la

Werkwoord

hela

  1. onbepaalde wijs, tweede vorm naast hele, zie aldaar

hela

  1. verleden tijd van hela
  2. voltooid deelwoord van hela

hela

  1. gebiedende wijs van hela
Schrijfwijzen

Werkwoord

hela

  1. verleden tijd van hele
  2. voltooid deelwoord van hele

hela

  1. gebiedende wijs van hele
Schrijfwijzen

Zelfstandig naamwoord

hela, v

  1. bepaalde vorm nominatief enkelvoud van hele
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.