islam

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • is·lam
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Arabisch, in de betekenis van ‘moslimgodsdienst’ voor het eerst aangetroffen in 1820 [1]
  • Afkomstig van het Arabische al-islām (onderwerping). Bedoeld wordt de onderwerping aan Allah [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord islam -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

islam m [3]

  1. (religie) een monotheïstische godsdienst die naast alle profeten uit het jodendom en het christendom ook Mohammed als zodanig erkent
    • In Nederland staat het iedereen vrij om de islam als godsdienst te hebben. 
Synoniemen
Hyponiemen
  • anti-islam, volksislam
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Citaten
  • "Heden heb ik uw religie voor u vervolmaakt, en Mijn gunst aan u voltooid, en Ik heb de Islam voor u als religie gekozen". (Koran 5:3)
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord islam staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.