tal

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  tal    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • tal
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘(grote) hoeveelheid’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1285 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord tal tallen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

tal o

  1. een numerieke hoeveelheid
    • Wy groeien vast in tal en last:
      ons tweede vaders klagen.
      Ay ga niet voort door deze poort,
      of help een luttel dragen’.[2]
       
  1. ~ van: vrij veel
    • Hij heeft tal van onderscheidingen gekregen. 
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord tal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
96 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

Pools

Periodiek systeem der elementen (pol)
H He
Li Be B C N O F Ne
Na Mg Al Si P S Cl Ar
K Ca Sc Ti V Cr Mn Fe Co Ni Cu Zn Ga Ge As Se Br Kr
Rb Sr Y Zr Nb Mo Tc Ru Rh Pd Ag Cd In Sn Sb Te I Xe
Cs Ba * Hf Ta W Re Os Ir Pt Au Hg Tl Pb Bi Po At Rn
Fr Ra ** Rf Db Sg Bh Hs Mt Ds Rg Cn Fl Lv
* La Ce Pr Nd Pm Sm Eu Gd Tb Dy Ho Er Tm Yb Lu
** Ac Th Pa U Np Pu Am Cm Bk Cf Es Fm Md No Lr

Zelfstandig naamwoord

tal

  1. (scheikunde), (element) Tl, thallium

Welsh

stellend vergrotend overtreffend
taltalachtalaf

Bijvoeglijk naamwoord

tal

  1. lang, hoog

Spaans

Uitspraak
  • IPA: /tal/
  enkelvoud meervoud
mannelijk tal tales
vrouwelijk tal tales
Woordafbreking
  • tal

Bijvoeglijk naamwoord

tal

  1. zulk,dergelijk, soortgelijk,zo, zo'n, zodanig
  2. een zekere, de bewuste
Synoniemen

Bijwoord

tal

  1. zo, op die manier

Verwijzingen

    Zweeds

    Zelfstandig naamwoord

      enkelvoud meervoud
    onbepaald bepaald onbepaald bepaald
    nominatief   tal     talet     tal     talen  
    genitief   tals     talets     tals     talens  
    1. getal
    This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.