helder

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hel·der
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘klaar, duidelijk’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1573 [1]
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen helderhelderderhelderst
verbogen helderehelderderehelderste
partitief heldershelderders-

Bijvoeglijk naamwoord

helder

  1. klaar, doorzichtig
    • de vloeistof was volkomen helder 
  1. duidelijk en zuiver
    • de weergave van de geluidsinstallatie was prachtig helder 
  1. met sterke glans
    • Zij werden verrast door een helder licht 
  1. niet met wolken bedekt, onbewolkt
    • de lucht was helder 
  1. getuigend van inzicht
    • Hij had het helder voor ogen 
  1. duidelijk
  2. schoon, proper
    • Zij is een echte heldere Neel 
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord helder staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen


Noors

Woordafbreking
  • hel·der

Werkwoord

helder

  1. tegenwoordige tijd van helde

Zelfstandig naamwoord

helder, mv

  1. onbepaalde vorm nominatief meervoud van helde


Nynorsk

Woordafbreking
  • hel·der

Werkwoord

helder

  1. (bijvorm) tegenwoordige tijd van halde
Schrijfwijzen
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.