ces

• Geluid:  ces    (hulp, bestand)

• ces

ces v/m

1. (muziek) een met een halve toon verlaagde toon "c

1. • De toon “ces” klinkt in de getempereerde stemming, gelijk aan de toon “aïsis”. 

2. (muziek) de grondtoon (tonica) van de “ces-mineurtoonladder”, een toonladder met tien mollen als voortekens, tevens een korte aanduiding van die toonladder

1. • Een muziekstuk in ces wordt daargaans genoteerd in het gelijkklinkende b-mineur dat slechts twee kruisen als voortekens heeft. 

2. (muziek) de grondtoon van het “ces-mineurakkoord”, de kleine drieklank op de eerste trap (tonica-akkoord) van de kleinetertstoonladder op die toon

1. • De drie tonen van het ces-mineurakkoord (symbool: C♭m) in grondligging, zijn: ces - eses - ges. 

• [1] aïsis
• [2] ces-kleinetertstoonladder, ces-klein, ces-mineurtoonladder, ces-mineur
• [3] ces-klein, ces-kleinakkoord, ces-mineur, ces-mineurakkoord, C♭m

• [1] cis
• [2] Ces, Ces-groot, Ces-majeur, Ces-grotetertstoonladder
• [3] Ces, Ces-groot, Ces-majeurakkoord, C♭

• [1,2,3] as, bes, des, es, fes, ges

• ces kleine terts, ces-kleinakkoord, ces-mineurakkoord, ces-mineurtoonladder, ces-mineurtoonschaal

• Het woord ces staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'ces' herkend door:

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?

• ces

ces o

1. (muziek) de toon ”ces”
2. (muziek) ces: korte aanduiding van de toonaard “ces-mineur”

1. «Eine Sonate in ces.»

   Een sonate in ces kleine terts.

• [2] Ces, Ces-Dur, Ces-Dur-Tonleiter

• [2] ces-Moll, ces-Moll-Tonleiter

• [1,2] as, As, hes, Hes, C, des, Des

• Geluid:  ces    (hulp, bestand)
• IPA: /se/

• ces

ces mv (zowel m als v )

1. deze, die (onzelfstandig gebruikt)

1. «J'adore ces filles.»

   Ik ben dol op die meisjes.

• ce m
• cet m, voor een woord dat in de uitspraak met een klinker begint
• cette v