hes
Nederlands
Woordafbreking
- hes
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘kiel’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1851 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hes | hessen |
verkleinwoord | hesje | hesjes |
Zelfstandig naamwoord
hes v/m
- boerenkiel
- kort jasje
- Toen de hesjes werden uitgedeeld, bleek Seedorf in het basisteam te zitten.
Gangbaarheid
- Het woord hes staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'hes' herkend door:
76 % | van de Nederlanders; |
52 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.