die
Nederlands
Woordafbreking
- die
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘aanwijzend voornaamwoord’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 901 [1]
|
|
Aanwijzend voornaamwoord
die (m enk, v enk en mv)
- wijst iets of iemand aan dat zich niet in de onmiddellijke nabijheid van de spreker bevindt
- (m enk) Die auto scheurt tegen een ongehoorde snelheid over de autosnelweg.
- (v enk) Die staking heeft nu lang genoeg geduurd: de arbeiders hervatten het werk.
- (mv) Die honden in dat asiel worden daar onrechtvaardig behandeld.
- ter aankondiging van een bepaling
- (m enk) Ken je de echtgenoot van Sofie? Die heeft haar bedrogen!
- (v enk) Ik ga niet meer bij die kapster, die heeft mijn haar slecht geknipt.
- (mv) De mensen die daar wonen, die hebben hun bouwgrond allemaal spotgoedkoop gekocht.
Synoniemen
- (o enk) dat
Vertalingen
1. wijst iets aan dat zich niet in de onmiddellijke nabijheid van de spreker bevindt
2. ter aankondiging van een bepaling
Betrekkelijk voornaamwoord
die (m enk, v enk en mv)
- in een bijzin die het nog niet geheel bekende antecedent nader bepaalt
- (m enk) De man die je me voorstelde, had ik al eerder ontmoet.
- (v enk) Je secretaresse die opgestapt is omdat je secretaressedag vergeten was, heeft al een nieuwe baan.
- (mv) De duiven die je op pleinen in grootsteden vindt, zijn volledig gewend aan de aanwezigheid van mensen.
Vertalingen
Persoonlijk voornaamwoord
die m
- (spreektaal) (informeel) een niet benadrukte vorm van hij, 3e persoon enkelvoud mannelijk
- Hoe die dat uithield, was hem een raadsel. [2]
- Wat wil die nou weer? [3]
Opmerkingen
- Alleen gangbaar na een niet op een t-klank eindigende persoonsvorm of inleidend woord van een bijzin.[4]
Schrijfwijzen
- Om de uitspraak weer te geven wordt dit woord ook wel met het voorgaande woord verbonden door een koppelteken of door aaneenschrijven: "Wat wil-die nou weer?" of "Wat wildie nou weer?"
Synoniemen
- ie (na persoonsvorm of inleidend woord bijzin)
- tie (geassimileerde vorm, na persoonsvorm of inleidend woord bijzin eindigend op een andere stemloze klank dan -t )
Gangbaarheid
- Het woord die staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'die' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- "die" in: Sijs, N. van der Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen. 2e druk (2002) Veen, Amsterdam / Antwerpen; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- Meester, J. de "Van haar luister beroofd." hfst. XI in: De Gids. jrg. 87 deel 1 (1923) P.N. van Kampen & zoon, Amsterdam; p. 360; geraadpleegd 2016-08-29
- Loon, P. van Het grote boek van kleine vampiers 2e druk (2013) Leopold B.V., Amsterdam; ISBN 9789025864514;p. 114; geraadpleegd 2016-08-29]
Duits
Betrekkelijk voornaamwoord
die
- Ich kenne eine Frau, die das kann. - Ik ken een vrouw, die dat kan.
Gronings
Middelnederlands
m | v | o | mv | |
---|---|---|---|---|
nominatief | die | die | dat | die |
genitief | des | der | des | der |
datief | dien | der | dien | dien |
accusatief | dien | die | dat | die |
Lidwoord
die
- nominatief m, v en mv van het bepaald lidwoord: de
- accusatief v en mv van het bepaald lidwoord: de
Pennsylvania-Duits
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Woordafbreking
- die
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.