das
Universeel
Symbool
das
- (tijdrekening), (natuurkunde), (eenheid) het symbool voor decaseconde, een tijdseenheid van 101 seconde
Nederlands
![](../I/m/Meles_(Genus).jpg)
[1] das = marterachtige
![](../I/m/Een_burgerdeelnemer_met_stropdas_en_bretels_loopt_reclame_voor_schoenen_van_Vers_%E2%80%93_F40097_%E2%80%93_KNBLO.jpg)
[2] wandelaar met wapperende stropdas
Woordafbreking
- das
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘marterachtige’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1287 [1]
- Leenwoord uit het ?, in de betekenis van ‘stropdas’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1832 [1]
- Leenwoord uit het ?, in de betekenis van ‘halsdoek’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1666 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | das | dassen |
verkleinwoord | dasje | dasjes |
Zelfstandig naamwoord
das m
- (zoogdieren) Meles meles
, marterachtig roofdier [2] - (kleding) lange, smalle reep stof die onder de kraag van het overhemd wordt vastgeknoopt, een stropdas [3]
Verwante begrippen
- [1] marter
Uitdrukkingen en gezegden
- dat doet iemand de das om
dat wordt iemand noodlottig
- • De Malediven zijn economisch afhankelijk van juist datgene wat het land op den duur de das om zal doen. [4]
Hyponiemen
- blauwdas, buideldas, everdas, geeldas, honingdas, klipdas, savanneblauwdas, stropdas, varkensdas, vlinderdas, witdas
Vertalingen
1. marterachtig roofdier
2. lange, smalle reep stof die onder de kraag van het overhemd wordt vastgeknoopt
3. een langwerpige en brede lap stof om de hals
Gangbaarheid
- Het woord das staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'das' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- "das" in: Sijs, N. van der Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen. 2e druk (2002) Veen, Amsterdam / Antwerpen; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- das op website: Etymologiebank.nl
- das op website: Etymologiebank.nl
- HP de Tijd ARNOUT LE CLERCQ 25 JAN 2019 De Malediven verdwijnen, maar onze consumptiedrift niet
![]() |
Duits
Uitspraak
- IPA: /das/
Woordafbreking
- das
Lidwoord
das
- het (nominatief en accusatief enkelvoud onzijdig van van het bepaald lidwoord)
- «Das Haus ist eingestürzt.»
- Het huis is ingestort.
- «Das Haus ist eingestürzt.»
Betrekkelijk voornaamwoord
das
- dat (nominatief en accusatief enkelvoud onzijdig van van het betrekkelijk voornaamwoord)
- «Das Mädchen, das gestern noch zur Schule ging, liegt heute im Krankenhaus.»
- Het meisje, dat gisteren nog op school zat, is nu in het ziekenhuis.
- «Das Mädchen, das gestern noch zur Schule ging, liegt heute im Krankenhaus.»
Fijisch Hindoestani
Telwoord (hif) | ||||
---|---|---|---|---|
1 | 11 | 10 | 100 | 103 |
2 | 12 | 20 | 200 | 106 |
3 | 13 | 30 | 300 | |
4 | 14 | 40 | 400 | |
5 | 15 | 50 | 500 | |
6 | 16 | 60 | 600 | |
7 | 17 | 70 | 700 | |
8 | 18 | 80 | 800 | |
9 | 19 | 90 | 900 |
Spaans
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.