wanneer

Nederlands
Uitspraak
  • Geluid:  wanneer    (hulp, bestand)
  • IPA: /ʋɑ.ˈneːr/
Woordafbreking
  • wan·neer
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘onderschikkend voegwoord’ voor het eerst aangetroffen in 1300 [1]
  • Samenstelling van het Middelnederlandse wan en eer. [2]

Bijwoord

wanneer?

  1. een vraagwoord dat naar een tijdstip vraagt
    • Wanneer komt hij naar huis? 
Vertalingen
    1. vraagwoord dat naar een tijdstip vraagt   

Voegwoord

wanneer

  1. een woord dat gelijktijdigheid van twee zinnen aangeeft
    • Het huis kan verkocht worden wanneer er overeenstemming bereikt is. 
Vertalingen
    1. een woord dat gelijktijdigheid van twee zinnen aangeeft   

Gangbaarheid
  • Het woord wanneer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Verwijzingen
  1. "wanneer" in: Sijs, N. van der Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen. 2e druk (2002) Veen, Amsterdam / Antwerpen; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
  2. wanneer op website: Etymologiebank.nl
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.