wedstrijd
Nederlands
Woordafbreking
- wed·strijd
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘wedijver, i.h.b. in sport’ voor het eerst aangetroffen in 1650 [1] [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | wedstrijd | wedstrijden |
verkleinwoord | wedstrijdje | wedstrijdjes |
Zelfstandig naamwoord
wedstrijd m
- een strijd van twee of meer personen om uit te maken wie op een bepaald gebied de beste is
Hyponiemen
|
Afgeleide begrippen
|
Vertalingen
1. een strijd van twee of meer personen om uit te maken wie op een bepaald gebied de beste is
Gangbaarheid
- Het woord wedstrijd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'wedstrijd' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.