nier

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • nier
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘een orgaan’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1287 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord nier nieren
verkleinwoord niertje niertjes

Zelfstandig naamwoord

nier v/m

  1. (anatomie) een van beide organen in de onderrug die het bloed zuiveren van afvalstoffen en deze uitscheiden in de urine
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord nier staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen


Frans

stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
nier
niais
nié
eerste groep volledig

Werkwoord

nier

  1. ontkennen; (ver)loochenen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.