winnaar
Nederlands
Woordafbreking
- win·naar
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | winnaar | winnaars |
verkleinwoord | winnaartje | winnaartjes |
Zelfstandig naamwoord
winnaar m
- degene die een strijd of wedstrijd in zijn voordeel beslist
Verwante begrippen
Hyponiemen
- bekerwinnaar, goudenmedaillewinnaar, kostwinnaar, matchwinnaar, prijswinnaar, zilverenmedaillewinnaar
Vertalingen
1. degene die een strijd of wedstrijd in zijn voordeel beslist
Gangbaarheid
- Het woord winnaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'winnaar' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.