wedren
Nederlands
Woordafbreking
- wed·ren
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van wed zn en ren zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | wedren | wedrennen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
wedren m [1]
- wedstrijd waarbij men als eerste de eindstreep probeert te halen
- Kroonprins Frederik, die op 26 mei jarig is, loopt in alle vijf steden een stukje mee, zo liet het paleis bij de aankondiging van de inschrijving van het loopfeest weten. De wedrennen worden gehouden in Kopenhagen, Aarhus, Aalborg, Odense en Esbjerg.[2]
- (figuurlijk) wedstrijd waarbij men probeert op de concurenten een voorsprong te hebben en te houden
- Ook daar volgen de ontwikkelingen elkaar in snel tempo op. Allerlei partijen zoals universiteiten, kennisinstituten als het Nederlandse TNO en uiteraard bedrijven zijn bezig met het verbeteren van batterijen voor grootschalige opslag van duurzame energie. Het is een echte wedren. Het lijkt een beetje op de Wet van Moore die ooit voor computerchips werd geformuleerd.[3]
Gangbaarheid
- Het woord wedren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'wedren' herkend door:
79 % | van de Nederlanders; |
94 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- de Telegraaf 03 nov. 2017
- de Telegraaf ROBERT SCHUCKINK KOOL 13 jun. 2017
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.