Biodiversiteit

Biodiversiteit of biologische diversiteit is een graad van verscheidenheid aan levensvormen binnen een gegeven ecosysteem, bioom of een gehele planeet. De biodiversiteit wordt vaak gebruikt als een indicator voor de gezondheid van een ecosysteem. Daarvoor wordt de aanwezige biodiversiteit vergeleken met historische gegevens of gegevens uit vergelijkbare gebieden.

Vogelvriendelijk akkerrandbeheer in de Belgische Condroz (Hamois) met graanonkruiden zoals korenbloemen (blauw), klaprozen (rood) en kamille.

Biodiversiteit hangt nauw samen met het klimaat. Zo zijn onder de terrestrische habitats, de tropische regio's typisch veel soortenrijker dan de polaire regio's. Zowel Brazilië als Colombia, de landen met de grootste en op een-na-grootste biodiversiteit, liggen in Zuid-Amerika. Colombia kent de grootste globale biodiversiteit in vogels (rond de 1900 soorten, waarvan 150 soorten kolibries), kikkers, vlinders (14.000) en bloemen (>50.000).[1][2]

Biodiversiteit van de aarde

Het aantal beschreven levensvormen bedraagt ongeveer 4 miljoen, maar aangezien de mens nog lang niet alle gebieden op aarde goed bestudeerd heeft zullen er waarschijnlijk nog veel meer vormen bestaan. Biologen schatten de totale hoeveelheid verschillende levensvormen op ongeveer 40 miljoen soorten.[3]

Taxonomie

Voor de beschrijving van de soorten is een ordening en een eenduidige naamgeving (de taxonomie) erg belangrijk. Een van de eerste serieuze pogingen hiertoe werd in de 18e eeuw ondernomen door de Zweed Linnaeus. Zijn indeling in respectievelijk klasse, orde, familie en geslacht wordt nog steeds gebruikt. Dit geldt ook voor zijn naamgeving van soorten: eerst de naam van het geslacht, gevolgd door de soortsaanduiding. Dit heet ook wel binominale nomenclatuur.

Opdeling

In de biologie en de ecologie kan de biodiversiteit op verschillende manieren worden gedefinieerd:[4]

  • genetische diversiteit in populaties en soorten
  • bij levensgemeenschappen en gemeenschapsgradiënten langs ecologische gradiënten:,[5][6] maar ook volgens dynamiek
    • alfa-diversiteit: is de diversiteit van een levensgemeenschap op een bepaald punt van de gradiënt. In de praktijk is dit de diversiteit van de steekproef, het monster, of de vegetatieopname. Ook: diversiteit op een bepaald tijdstip; soortenrijkdom in levensgemeenschappen en ecosystemen
    • bèta-diversiteit, ook wel "species turnover": de mate van verandering in soortensamenstelling van de ene levensgemeenschap naar de volgende langs gradiënten. Het kan beschouwd worden als een maat voor de lengte van de gemeenschapsgradiënt, voor het verschil van de monsters langs de gradiënt. Bij een lange gradiënt hoort een hoge bèta-diversiteit met veel verandering in soortensamenstelling. Het variëren van de bèta-diversiteit langs de ecologische gradiënt is een artefact - de organismen reageren op een andere manier op de gradiënt als de meetapparatuur.
    • gamma-diversiteit: de diversiteit van een landschap of een gebied. Deze diversiteit wordt in dezelfde eenheden gemeten als de alfa-diversiteit. Ook: de totale diversiteit binnen een ecosysteem; ecosysteemdiversiteit in landschappen en biomen

Voor het berekenen van de diversiteit kunnen verschillende diversiteitsindices gebruikt worden. Een diversiteitsindex is een statistiek bedoeld om de diversiteit van de populatie waarin elk lid behoort tot een unieke groep, type of soort onder te verdelen. Er zijn verschillende diversiteitsindices, die weer verschillende aspecten van de diversiteit weergeven.

Verlies aan biodiversiteit

De kwartelkoning (Crex crex), in de eerste helft van de 20e eeuw nog een algemene broedvogel van hooilanden in de Lage Landen, is sinds de jaren zestig met uitsterven bedreigd door intensivering van het maaibeheer van weilanden.[7] In Vlaanderen broeden sporadisch nog maar enkele koppeltjes.[8]

De biodiversiteit staat zwaar onder druk. Het aantal soorten neemt door de jaren heen sterk af. Zo waren er in Nederland in het jaar 1950 1400 soorten hogere planten. Sindsdien zijn hiervan 70 uitgestorven en zijn 500 in aantal/oppervlakte ernstig achteruitgegaan. Het aantal broedvogelsoorten is in dezelfde periode met een derde afgenomen. Ook bij de insectenpopulaties wordt sedert het begin van de 21e eeuw een opmerkelijke terugval genoteerd.

Het huidige tempo van wereldwijd diversiteitsverlies wordt geschat op 100 tot 1000 keer meer dan de (natuurlijk voorkomende) achtergrond-extinctiegraad en zal naar verwachting in de komende jaren nog verder groeien.[9][10] In 2019 publiceerde het biodiversiteitspanel van de Verenigde Naties (IPBES) een rapport over Biodiversiteit. De belangrijkste conclusie is dat de natuur wereldwijd in een ongekend snel tempo achteruit gaat. Binnen enkele decennia worden een miljoen soorten in hun voortbestaan bedreigd.[11]

Oorzaken

Belangrijke factoren voor biotische stress en het daaruit voortvloeiende (versnellende) tempo van verlies aan biodiversiteit zijn:[12]

  1. Toename en intensivering van landgebruik (en daaruit voortvloeiend habitatverlies)[13]
  2. Klimaatverandering met hittestress en droogtestress
  3. Eutrofiëring door het overmatig gebruik van meststoffen en andere vormen van milieuverontreiniging
  4. Overexploitatie (roofbouw) en niet-duurzaam gebruik van natuurlijke hulpbronnen (bijvoorbeeld niet- duurzame visserijmethoden)
  5. Gewapende conflicten dragen bij aan het verlies van leefgebieden en intensiveren de overexploitatie van economisch waardevolle soorten, wat leidt tot minder grote populaties en lokaal uitsterven[14]
  6. Uitheemse invasieve soorten die in de concurrentie om een niche inheemse soorten verdringen[15]
  7. Menselijke overbevolking

Beleid, initiatieven en onderzoek

Internationaal

De bescherming van de biodiversiteit wordt internationaal geregeld door het Biodiversiteitsverdrag van 1993, waarvan de Verenigde Staten echter geen partij zijn.

Europa

Natura 2000, het Europees netwerk van beschermde natuurgebieden binnen de Europese lidstaten, vormt de hoeksteen van het beleid van de Europese Unie voor het behoud en het herstel van de biodiversiteit.

Nederland

Onderzoek

In Nederland wordt onderzoek naar biodiversiteit onder andere gedaan door Naturalis, het Nationaal Herbarium Nederland, het Westerdijk Fungal Biodiversity Institute, het Instituut voor Biodiversiteit en Ecosysteem Dynamica, EIS-Nederland, het Zoölogisch Museum Amsterdam en het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.

Ecologische hoofdstructuur

In Nederland wordt gewerkt aan een ecologische hoofdstructuur om de afname van de biodiversiteit in Nederland af te remmen. Dit beleid is gebaseerd op de eilandtheorie die stelt dat een groter aaneengesloten natuurgebied een relatief grotere biodiversiteit heeft. Natuurgebieden kunnen ook met kleine corridors (bv. ecoducten) aaneengesloten worden.

Taskforce Biodiversiteit en Natuurlijke Hulpbronnen

De Taskforce Biodiversiteit werd in januari 2009 in het leven geroepen om het kabinet concrete maatregelen aan te reiken voor het behoud van biodiversiteit en het duurzaam gebruik van natuurlijke hulpbronnen.

De Taskforce heeft als doel een visie te ontwikkelen op de manier waarop Nederland zijn beslag op natuurlijke hulpbronnen kan verminderen. Ook zal de Taskforce de extra inspanningen die Nederland kan leveren voor het behoud van waardevolle ecosystemen in binnen- en buitenland in kaart brengen en samen met maatschappelijke organisaties en bedrijfsleven concrete projecten implementeren om het verlies aan biodiversiteit op de langere termijn tegen te gaan.

Het initiatief voor de Taskforce Biodiversiteit is genomen door een aantal natuurbeschermingsorganisaties en de ministeries van VROM en LNV. De leden zijn afkomstig uit het bedrijfsleven, de wetenschap, maatschappelijke organisaties en overheid. Hans Alders is voorzitter van de Taskforce. In maart 2010 werd, vooruitlopend op de parlementsverkiezingen, een tussentijds advies uitgebracht aan de programmacommissies van de politieke partijen. In oktober 2011 volgt het eindadvies aan de regering, waarna het initiatief wordt opgeheven.

De Nationale Proeftuin

Stichting De Nationale Proeftuin heeft als doel Nederlanders actief te betrekken bij het onderwerp biodiversiteit, en het agro-cultureel erfgoed in het bijzonder.

België

Onderzoek

Het onderzoek door de overheid is sedert de staatshervorming gespreid over de federale en gewestelijke overheden. In Vlaanderen gebeurt het onderzoek onder meer door het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek, en door de Plantentuin Meise, beide agentschappen van de Vlaamse Overheid. Het Instituut publiceerde in 2014 een tweede editie van Biodiversiteit als basis voor ecosysteemdiensten in Vlaanderen.[16] . Daarnaast doet het Vlaams Instituut voor de Zee zeewetenschappelijk onderzoek.

Het Brussels Gewest publiceert gegevens over de diversiteit.[17] Wallonië biedt via een portaalsite toegang tot de verschillende programma's en onderzoeken.[18]

De federale overheid fungeert als verzamelpunt en internationaal contactorgaan[19], en voert het mariene milieubeleid en -onderzoek.[20] Het Belgisch Biodiversiteitsplatform wil een brug slaan tussen overheid, wetenschap en publiek, en de toegang tot wetenschappelijke data vergemakkelijken.

Ook Vlaamse en Waalse natuurorganisaties als Natuurpunt en Natagora dragen bij tot het natuuronderzoek, bijvoorbeeld met natuurtellingen.

Beleid

Op federaal niveau keurde de Interministeriële Conferentie Leefmilieu[21] in oktober 2006 een Belgische Nationale Biodiversiteitsstrategie 2006-2016 (NBS) goed,[22] die in november 2013 werd geactualiseerd.[23]

Varia

Zie ook

Algemene begrippen:concurrentie · dood hout · plantkunde van A tot Z · SynBioSys · vegetatie · vegetatiekunde · vegetatiekunde van A tot Z
Biogeografie:adventief · archeofyt · areaal · autochtoon · beschermingsstatus · cultuurplant · cultuurvolger · disjunct verspreidingsgebied · eilandbiogeografie · endemie · exoot · extinctie · florarijk · floristiek · inburgering · inheems · invasieve soort · kosmopolitische verspreiding · massa-extinctie · Rode Lijst van de IUCN · status · synchorologie · uitsterven · verspreidingsgebied · vestiging
Levensvorm:bladrozet · bladverliezend · boom · chamaefyt · dwergstruik · epifyt · fanerofyt · geofyt · grasachtig · groenblijvend · helofyt · hemikryptofyt · houtige plant · hydrofyt · klimplant · kruidachtig · liaan · loofboom · naaldboom · slingerplant · struik · succulent · therofyt · winterhard
Standplaats:boomgrens · ecologische groep · Ellenberggetal · extremofiel · freatofyt · halofiel · halofyt · hellingbos · helofyt · indicatorplant · indicatorwaarde van Ellenberg · oecologische groep · standplaatsfactor · stroomdalflora · tredplant · verlandingsvegetatie · xerofiel · xerofyt · zoutplant
Structuur en textuur:biodiversiteit · biomassa · boomlaag · kruidlaag · moslaag · ondergroei · pioniersoort · schimmellaag · Shannon-index · strooisellaag · struiklaag · symmorfologie · vegetatielaag · vegetatiestructuur · vegetatieperiode · zode
Syntaxonomie:associatie · associatiefragment · derivaatgemeenschap · fytocoenologie · fytocoenon · fytosociologie · klasse · klasse-eigen · klasse-vreemd · onderverbond · orde · plantengemeenschap · plantensociologie · rompgemeenschap · subassociatie · syntaxon · syntaxoncode · syntaxonomie‎ · verbond
Vegetatieonderzoek:abundantie · bedekking · Braun-Blanquetmethode · constante soort · differentiërende soort · exclusieve soort · Frans-Zwitserse school · International Association for Vegetation Science · kensoort · minimumareaal · Plantensociologische Kring Nederland · preferente kensoort · preferente soort · presentie · relevé · trouw · vegetatieopname · vegetatieschaal van Tansley · Zürich-Montpellier school
Vegetaties:climaxvegetatie · dijkvegetatie · geriefbos · houtwal · Landelijke Vegetatie Databank · potentieel natuurlijke vegetatie · watervegetatie · De vegetatie van Nederland (boek)
Plantkunde en deelgebieden
Bijzondere plantkunde:algologie · bryologie · dendrologie · fycologie · lichenologie · mycologie · pteridologie
Paleobotanie:archeobotanie · dendrochronologie · fossiele planten · gyttja · palynologie · pollenzone · varens · veen
Plantenmorfologie & -anatomie:beschrijvende plantkunde · adventief · apoplast · blad · bladgroenkorrel · bladstand · bloeiwijze · bloem · bloemkroon · boomkruin · celwand · chloroplast · collenchym · cortex · cuticula · eicel · epidermis · felleem · fellogeen · felloderm · fenologie · floëem · fytografie · gameet · gametofyt · groeivorm · haar · houtvat · huidmondje · hypodermis · intercellulair · intercellulaire ruimte · kelk · kroonblad · kurk · kurkcambium · kurkschors · levensduur · levensvorm · merg · meristeem · middenlamel · palissadeparenchym · parenchym · periderm · plantaardige cel · plastide · schors · sclereïde · sclerenchym · spermatozoïde · sponsparenchym · sporofyt · stam · steencel · stengel · stippel · symplast · tak · thallus · topmeristeem · trachee · tracheïde · tylose · vaatbundel · vacuole · vrucht · wortel · xyleem · zaad · zaadcel · zeefvat · zygote
Plantenfysiologie:ademhaling · bladzuigkracht · evapotranspiratie · fotoperiodiciteit · fotosynthese · fototropie · fytochemie · gaswisseling · geotropie · heliotropisme · nastie · plantenfysiologie · plantenhormoon · rubisco · stikstoffixatie · stratificatie · transpiratie · turgordruk · vernalisatie · winterhard · worteldruk
Plantengeografie:adventief · areaal · beschermingsstatus · bioom · endemisme · exoot · flora · floradistrict · floristiek · hoogtezonering · invasieve soort · Plantengeografie · status · stinsenplant · uitsterven · verspreidingsgebied
Plantensystematiek:taxonomie · botanische nomenclatuur · APG I-systeem · APG II-systeem · APG III-systeem · APG IV-systeem · algen · botanische naam · cladistiek · Cormophyta · cryptogamen · classificatie · embryophyta · endosymbiontentheorie · endosymbiose · evolutie · fanerogamen · fylogenie · generatiewisseling · groenwieren · hauwmossen · kernfasewisseling · korstmossen · kranswieren · landplanten · levenscyclus · levermossen · mossen · roodalgen · varens · zaadplanten · zeewier
Vegetatiekunde & plantenoecologie:abundantie · associatie · bedekking · biodiversiteit · biotoop · boomlaag · bos · Braun-Blanquet (methode) · broekbos · climaxvegetatie · clusteranalyse · concurrentie · constante soort · differentiërende soort · ecologische gradiënt · ecologische groep · Ellenberggetal · gemeenschapsgradiënt · grasland · heide · kensoort · kruidlaag · kwelder · minimumareaal · moeras · moslaag · ordinatie · pioniersoort · plantengemeenschap · potentieel natuurlijke vegetatie · presentie · regenwoud · relevé · ruigte · savanne · schor · steppe · struiklaag · struweel · successie · syntaxon · syntaxonomie · Tansley (methode) · toendra · tropisch regenwoud · trouw · veen · vegetatie · vegetatielaag · vegetatieopname · vegetatiestructuur · vegetatietype · vergrassing · verlanding
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.