Merg (plant)
Het merg is het zachte, meestal wit of lichtgeel gekleurde, parenchymatische weefsel gelegen binnen en tussen de vaatbundels van stengels, twijgen en wortels. Bij het ouder worden verkleurt het merg vaak bruin en sterft af. Het merg wordt aan de buitenkant gedeeltelijk omgeven door het xyleem, later vormt het xyleem bij eudicots (tweezaadlobbigen) een ring en wordt het merg geheel door deze ring omgeven. Het merg van de sagoplant wordt voor menselijke consumptie gebruikt. Het merg van Aeschynomene aspera wordt gebruikt voor het maken van tropenhelmen.[1]
Het levende merg zorgt voor opslag en transport van voedingsstoffen. Bij kruidachtige planten kan het merg al afsterven voor het volgroeien van de plant. Tussen de cellen bevinden zich aaneensluitende ruimten, waardoor mergweefsel ook gassen kan transporteren. Merg is voor het gastransport van grote betekenis voor waterplanten en helofyten.
Bij vlier wordt het (afgestorven) merg de pit genoemd, die vrij dik is. De pit werd vroeger veel gebruikt voor het snijden van dunne plakjes plantmateriaal, zoals dwarse doorsneden van een blad of stengel, ter bestudering voor onder een microscoop.
Het merg tussen de vaatbundels zijn de mergverbindingen. Het merg kan ook in stralen voorkomen, zoals bij bomen en struiken. Zo heeft de zwarte populier vijfstralig merg. Ook kan oud merg de vorm hebben van een ladder, zoals bij de walnoot of kan het merg verdwijnen, zoals bij de forsythia. De vorm, kleur en dikte van het merg zijn belangrijke winterkenmerken voor het determineren van een boomsoort in de winter.
Schematische lengtedoorsnede primaire wortel
Bronnen, noten en/of referenties |
Beschrijvende plantkunde: terminologie voor levermossen, mossen en hauwmossen | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
|