Broekbos
Een broekbos is een bos waarvan de vegetatie sterk wordt bepaald door de (hoge) stand van het grondwater, meestal is er sprake van kwel. Els of berk vormt er de boomlaag. Naargelang de dominante soorten vallen broekbossen vegetatiekundig gezien onder de klasse van de elzenbroekbossen (Alnetea glutinosae) of de klasse van de berkenbroekbossen (Vaccinio-Betuletea pubescentis).
Broekbossen komen van oudsher veel voor in drassige lage landen, zogenaamde broeklanden. In het westen van Nederland duidt een plaatsnaam met woud vaak op (voormalige) broekbossen aan de rand van de veengebieden. Toen in de middeleeuwen begonnen werd met de ontginning (ontsluiting, percelering en ontwatering) van de grote veengebieden tussen de Nieuwe Maas en de Oude Rijn en tussen de Oude Rijn en de lijn Amsterdam-Haarlem, kregen sommige nieuwe nederzettingen in hun naam een verwijzing naar de daar aangetroffen broekbossen: Zoeterwoude, Hazerswoude, Spaarnwoude, en andere.
Langs de grote rivieren voorkomende en regelmatig overstroomde bossen worden ooibossen genoemd en bestaan vooral uit wilg en zwarte populier; zij behoren tot de klasse van de wilgenvloedbossen en -struwelen (Salicetea purpureae).