Inburgering (biogeografie)
Men spreekt van inburgering of vestiging van een soort als:
- de soort zijn volledige levenscyclus kan voltooien en zich op meer dan één plaats gedurende een reeks van jaren kan handhaven zonder directe hulp van de mens,
- de soort een welomschreven biotoop (standplaats) bezet.
Het criterium van inburgering wordt onder andere gebruikt bij de statusaanduiding van (planten)soorten in een gebied. Het tijdstip van vestiging is een bijkomend criterium voor de status van een soort: reeds in de prehistorie (na de laatste ijstijd) of in historisch tijd (na de ontdekking van Amerika door Columbus in 1492 en de daarop volgende Columbiaanse uitwisseling).[1]
Zo kan een soort verwilderd of adventief voorkomende soort uiteindelijk inburgeren, ook door uitbreiding van zijn areaal. Zo is de Turkse tortel sinds de jaren vijftig van de 20e eeuw duidelijk ingeburgerd geraakt.
Zie ook
- Status (biogeografie):
- Agriofyt
- Archeofyt
- Autochtoon (biogeografie)
- Cultuurgewas of ergasiofyt
- Efemerofyt
- Epoecofyt
- Exoot of neofyt
- Ingeburgerde plant
- Inheems
Bronnen, noten en/of referenties
|
This article is issued from
Wikipedia.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.