kind
Nederlands
Woordafbreking
- kind
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘jong mens, zoon of dochter’ voor het eerst aangetroffen in 901 [1]
|
|
|
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kind | kinderen, kinders |
verkleinwoord | kindje | kindjes, kindertjes |
Zelfstandig naamwoord
kind o
- Zij laat haar kind bij de oppas achter.
Verwante begrippen
- [1] jongere (mens tussen 14 en 25 jaar)
- [2] afstammeling, nakomeling, nazaat, telg
Hyponiemen
|
Afgeleide begrippen
|
Uitdrukkingen en gezegden
Niemand hebben om voor te zorgen
Ze weten niet wat ze geacht worden voor zich te houden en zeggen alles
Heel verlekkerd zijn over iets
Een ten dode opgeschrevene
Iemand onder invloed van zijn tijd
Het is heel eenvoudig
Een halfslachtige maatregel nemen
Een nietswaardige zaak
Ergens bekend of goed behandeld worden
Totaal geen last van iemand hebben
Eerlijk voor de mening uitkomen
Iets afkeuren omdat een klein deel niet goed is ofwel: het goede en waardevolle met het slechte en waardeloze weggooien
Ergens het slachtoffer van zijn, of als schuldige worden aangewezen
Wat een vreselijk iemand
Iedereen gaat dood
Heel blij met iets zijn |
Vertalingen
1. mens tussen 0 en 18 jaar
|
|
2. persoon voortkomend uit
Gangbaarheid
- Het woord kind staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'kind' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
Afrikaans
Deens
Verbuiging
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | kind | kinden | kinder | kinderne |
genitief | kinds | kindens | kinders | kindernes |
Engels
Bijvoeglijk naamwoord
kind
- The kind man greeted me. - De aardige man groette me.
Nynorsk
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Woordafbreking
- kind
Woordherkomst en -opbouw
- Uit het Oudnoorse.
Zelfstandig naamwoord
kind o/m
o | enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | kind | kindet | kind | kindene |
genitief | kinds | kindets | kinds | kindenes |
m | enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | kind | kinden | kindar | kindane |
genitief | kinds | kindens | kindars | kindanes |
Synoniemen
- voggebarn
Zweeds
Verbuiging
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | kind | kinden | kinder | kinderna |
genitief | kinds | kindens | kinders | kindernas |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.