stiefkind
Nederlands
Woordafbreking
- stief·kind
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | stiefkind | stiefkinderen |
verkleinwoord | stiefkindje | stiefkindjes |
Zelfstandig naamwoord
stiefkind o
- een kind van iemands partner en zijn of haar vroegere partner
- Zij behandelde haar stiefkinderen steeds met minder zorg dan haar eigen kinderen.
Hyponiemen
Vertalingen
1. een kind van iemands partner en zijn of haar vroegere partner
Gangbaarheid
- Het woord stiefkind staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'stiefkind' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.