buitenkind

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bui·ten·kind
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord buitenkind buitenkinderen
verkleinwoord buitenkindje buitenkindjes

Zelfstandig naamwoord

buitenkind o [2]

  1. kind van buiten de stad, plattelandskind
  2. (Antillen:) kind van een andere dan de vaste partner

Gangbaarheid

  • Het woord buitenkind staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.