kinderdag
Nederlands
Woordafbreking
- kin·der·dag
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van kind en dag met het invoegsel -er-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kinderdag | kinderdagen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
kinderdag m [1]
- feestdag die in het teken van het kind staat
- in Nederland is kinderdag op 1 juni
Gangbaarheid
- Het woord kinderdag staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'kinderdag' herkend door:
93 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.