jonk
Nederlands
Woordafbreking
- jonk
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Indonesisch, in de betekenis van ‘Chinees schip’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1596 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | jonk | jonken |
verkleinwoord | jonkje | jonkjes |
Zelfstandig naamwoord
jonk m
Vertalingen
1. schip
Gangbaarheid
- Het woord jonk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'jonk' herkend door:
83 % | van de Nederlanders; |
80 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- "jonk" in: Sijs, N. van der Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen. 2e druk (2002) Veen, Amsterdam / Antwerpen; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- jonk op website: Etymologiebank.nl
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- jonk op website: Etymologiebank.nl
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.