kindsdeel
Nederlands
Woordafbreking
- kinds·deel
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van kind en deel met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kindsdeel | kindsdelen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
kindsdeel o [1]
- gedeelte van een nalatenschap dat door de kinderen wordt geërfd wanneer er geen testament is opgemaakt
- Ons huidig Burgerlijk Wetboek is niet erg royaal tegenover de echtgenoot van een overledene. Deze krijgt slechts een kindsdeel, en dat kan te weinig zijn om behoorlijk van te leven en om het genot van huis en inboedel te behouden. Weliswaar geeft de praktijk weinig moeilijkheden te zien - vaak is er een testament en kennelijk blijft het gedrag van de kinderen binnen de perken - maar begrijpelijkerwijs wordt in het nieuw voorgestelde erfrecht geprobeerd de positie van de langstlevende echtgenoot te verbeteren. [2]
Vertalingen
1. gedeelte van een nalatenschap dat door de kinderen wordt geërfd wanneer er geen testament is opgemaakt
Gangbaarheid
- Het woord kindsdeel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'kindsdeel' herkend door:
92 % | van de Nederlanders; |
78 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.