zelf
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: zelf (hulp, bestand)
- IPA: / zɛləf /
- IPA:
- (Noord-Nederland): /zɛɫf/
- (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /zɛlf/
Woordafbreking
- zelf
Woordherkomst en -opbouw
Aanwijzend voornaamwoord
[A] zelf [6]
- in eigen persoon, niet een ander
- Zeg nou zelf, zou ik ooit zoiets doen?
- in tegenstelling met iets anders
- Hij was zelf echter niet geraakt door de kogel.
Hyponiemen
Uitdrukkingen en gezegden
- Die zich zelf verhoogt, zal vernederd worden
- Kommandeer je hond en blaf zelf
- Wie een kuil graaft voor een ander, valt er zelf in
je kan het slachtoffer worden van je eigen snode plannen
- Zich zelf kunnen bedruipen
Vertalingen
1. in eigen persoon
2. in tegenstelling met iets anders
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zelf | zelven |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
[A] zelf o
- eigen persoon (vaak gebruikt als eerste deel van een samenstelling om aan te geven dat het onderwerp en voorwerp van het tweede deel hetzelfde zijn)
- Mijn zelf is verweven met en wordt gedefinieerd door al het andere dat bestaat. [7]
- (psychologie) besef van identiteit
- Autisme. Het woord is nota bene afgeleid van 'zelf' in het Grieks, en nu zegt een van de belangrijkste autisme-theoretici dat autisten géén zelf bezitten. [8]
Afgeleide begrippen
|
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zelf | - |
verkleinwoord | - | - |
Afgeleide begrippen
- zelfblad
- zelveroom
- zelfmelk
- zelfplant
- zelfwater
Gangbaarheid
- Het woord zelf staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'zelf' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- "zelf" in: Sijs, N. van der Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen. 2e druk (2002) Veen, Amsterdam / Antwerpen; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- zelf op website: Etymologiebank.nl
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- zelf op website: Etymologiebank.nl
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- Zohar, D. (vert. C. Zijlemaker) Quantum-leiderschap: een blauwdruk voor organisaties van de 21ste eeuw (2017) Business Contact, Amsterdam; ISBN 9789047010340; hfst. Kenmerken van het quantum-zelf; geraadpleegd 2018-05-27
- Santen, H. van Het zelf is zoek (11 februari 2006) op website: nrc.nl; geraadpleegd 2018-05-27
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.