zelfredzaam
Nederlands
Woordafbreking
- zelf·red·zaam
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van zelf zn en redzaam bn
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | zelfredzaam | zelfredzamer | zelfredzaamst |
verbogen | zelfredzame | zelfredzamere | zelfredzaamste |
partitief | zelfredzaams | zelfredzamers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
zelfredzaam
- van een persoon dat hij of zij in staat is zichzelf te verzorgen zonder hulp van buiten
- Inwoners van het aardbevingsgebied in Groningen gaan dit najaar samen met hulpdiensten drie dagen lang een zware aardschok simuleren. De levensechte oefening moet onder meer duidelijk maken hoe zelfredzaam inwoners zijn. Dat meldt het Dagblad van het Noorden. [1]
- Den Haag regelt snel woonruimte en financiële hulp voor mensen die dakloos zijn geraakt door geldproblemen, maar die wel zelfredzaam zijn en geen verslavings- of psychiatrische problemen hebben. [2]
- De problemen gelden des te meer voor ‘mensen die door omstandigheden minder zelfredzaam zijn’. ,,Van hen kan niet altijd worden verwacht dat zij alle digitale kanalen van overheidsorganen in de gaten houden en de weg kunnen vinden in de digitale uitvoering van regels. [3]
Gangbaarheid
- Het woord zelfredzaam staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'zelfredzaam' herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
93 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Tubantia Chris Klomp 01-05-18 'Levensechte oefening' op gevolgen aardbeving voor Groningers
- Tubantia 24-05-18 Opvang daklozen in vier grote steden onder de maat
- Tubantia Tobias den Hartog 06-09-18 Burger raakt 'spoor bijster' door digitalisering overheid
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.