zelfbediening
Nederlands
Woordafbreking
- zelf·be·die·ning
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van zelf en bediening
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zelfbediening | zelfbedieningen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
zelfbediening v
- het zichzelf helpen in een winkel of restaurant
- (handel) zelfbedieningswinkel
- (schertsend) zelfbevrediging
Afgeleide begrippen
- zelfbedieningsapparatuur, zelfbedieningsgroothandel, zelfbedieningskapitalisme, zelfbedieningsprincipe, zelfbedieningsrestaurant, zelfbedieningswinkel, zelfbedieningszaak
Gangbaarheid
- Het woord zelfbediening staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'zelfbediening' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.