deszelfs

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • desĀ·zelfs
Woordherkomst en -opbouw

Aanwijzend voornaamwoord

deszelfs

  1. (verouderd) genitief van dezelfde, hetzelfde: ervan
    • Ik vind het onnoodig hier veel te zeggen van deszelfs inhoud enz.,[1] 

Gangbaarheid

  • Het woord 'deszelfs' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

  1. Voorwoord. Herman of Natuur en Beschaving. H.G. Mokke 1833
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.