zelfbeschikking
Nederlands
Woordafbreking
- zelf·be·schik·king
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van zelf en beschikking
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | zelfbeschikking | zelfbeschikkingen |
| verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
zelfbeschikking v
- de mogelijkheid om over zichzelf en het eigen lichaam en leven te beslissen
- Uitgangspunt van de Coöperatie Laatste Wil is de autonomie, het recht op zelfbeschikking van de mens over zijn leven [1]
Gangbaarheid
- Het woord zelfbeschikking staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'zelfbeschikking' herkend door:
| 100 % | van de Nederlanders; |
| 98 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.