zelfingenomen
Nederlands
Woordafbreking
- zelf·in·ge·no·men
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van zelf en ingenomen
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | zelfingenomen | zelfingenomener | zelfingenomenst |
verbogen | zelfingenomenste | ||
partitief | zelfingenomens | zelfingenomeners | - |
Bijvoeglijk naamwoord
zelfingenomen [1]
- van een persoon dat hij of zij te tevreden met zichzelf is
- De zelfingenomen directeur trok zich niets aan van de kritiek op zijn functioneren zodat het bedrijf failliet ging.
Gangbaarheid
- Het woord zelfingenomen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'zelfingenomen' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.